Bio-Port geeft ‘stempel van goedkeuring’ voor plannen ondernemers

maandag 21 oktober 2019

  • Life Cooperative

Tekst: Agro-Chemie.nl

Is het MKB te klein om mee te doen in de ‘grote’ bio-economie? Niet als het aan de Bio Cooperative ligt. Deze Noord-Nederlandse organisatie vertegenwoordigt bedrijven die samen een slordige 1.000 fte aan werkgelegenheid in de groene economie opleveren. ‘Dat is een serieuze omvang. Het maakt ons zichtbaar en een volwaardige gesprekspartner voor bijvoorbeeld de chemische industrie, maar ook voor andere industrieën in de circulaire en biobased economie’, zegt Ton Vries, bestuurslid van de Bio Cooperative en directeur van Syncom.

De Bio Cooperative kwam in 2016 tot stand naar model van een vergelijkbare coöperatie in de Life Sciences. Vries: ‘We zien dat veel MKB’ers bezig zijn met projecten op het gebied van verduurzaming en vergroening van bijvoorbeeld de chemische industrie en initiatieven die zich richten op het verwerken van biomassastromen en recycling. Die willen wel samenwerken om een grotere impact te maken, maar dan als ondernemers onder elkaar en niet aangestuurd vanuit de overheid of een kennisinstelling.’

 

Partijen bij elkaar brengen om nieuwe ketens te vormen

Inmiddels heeft de Bio Cooperative meer dan 20 leden uit alle hoeken van de bio-economie, van feedstock-producenten en restroomverwerkers tot (polymeer)chemiebedrijven, machinefabrieken en onderzoekslaboratoria. Hun gezamenlijk doel: méér business genereren voor en door ondernemers in de bio- en circulaire economie in Noord-Nederland. Dat doet ze door samen te werken op het gebied van innovatie en financiering, lobby, human capital en marketing & acquisitie.

Volgens Vries is het bovendien nuttig dat de soms wel erg uiteenlopende bedrijven bij elkaar in de keuken mogen kijken. ‘Dat kan je weer inspiratie geven om samen nieuwe dingen te doen, wat weer business oplevert. Dat is ook een belangrijke drive. Zo is het natuurlijk conceptueel heel mooi als je bijvoorbeeld een bedrijf dat in de groene reststromen zit kunt koppelen aan een andere ondernemer die kennis heeft van chemie, die weer gekoppeld kan worden aan een bedrijf dat de kennis heeft om daar een biopolymeer van te maken. Die verschillende partijen bij elkaar brengen om nieuwe ketens te vormen, is ook een doelstelling van de Bio Cooperative.’

Bio-Port

Die samenwerking gaat nu een stap verder met het project Bio Port, een nieuw initiatief waarin de Bio Cooperative samenwerkt met Chemport Europe en de organisatie van Noordelijke kennisinstellingen BERNN. Vries: ‘In de Bio Port dagen we onze leden uit om ideeën in te dienen voor concrete business cases, die vervolgens kritisch worden bekeken door mensen die daar verstand van hebben. Wat je nu vaak ziet, is namelijk dat partijen de boer op gaan met een idee dat mooi klinkt, maar nét niet voldoet aan de markteisen die een investeerder stelt. Als we aan de voorkant zorgen dat het plan deugt en het zodanig wordt geformuleerd dat de industrie het interessant gaat vinden, wordt de kans op financiering een stuk groter. Dat is de basis van de Bio Port: werk je plannen zo uit dat een andere partij bereid is erin te investeren.’

Het middel daartoe is een organisatie met een getrapt model. Zo zijn er twee managers die de ondernemers begeleiden bij het vormgeven van een business case conform de industriestandaarden: één vanuit de bedrijven en één vanuit de kennisinstellingen. Het plan wordt vervolgens beoordeeld door een onafhankelijke board van zes specialisten: drie vanuit de regio en drie extern. ‘Zij beslissen uiteindelijk of het plan klaar is om naar een financier te gaan. Ze zetten er als het ware een stempel van goedkeuring op, waarmee we voor de regio de kans vergroten dat projecten ook daadwerkelijk succesvol zullen zijn.’

 

Afrikaantjes

Een ideaal project voor Bio-Port is bijvoorbeeld de teelt en verwerking van Tagetes (Afrikaantjes). Deze plantjes worden gebruikt om aaltjes in aardappelgrond te bestrijden, maar ze bevatten ook diverse interessante inhoudsstoffen, zoals luteïne, een middel dat in verband wordt gebracht met het terugdringen van grijze staar. Vries: ‘Wij hebben nu een project met boeren in de regio Drenthe die kunnen organiseren dat die Afrikaantjes worden geoogst en een chemieclub die de luteïne eruit gaat halen en er weer stoffen van kan maken met een nog hogere waarde, zoals zeaxanthine.’

De chemische en technologische kant van de zaak is onderzocht door André Heeres, lector van de Hanzehogeschool. maar voor de business case is méér nodig. Zo komen er vragen aan bod als: hoe ziet de afzetmarkt eruit? Zijn potentiële afnemers wel geïnteresseerd? Welk marktaandeel is daarmee te behalen? ‘Dat soort vragen moeten worden beantwoord voor je een voorstel aan een investeerder of afnemer kunt voorleggen. Aan de voorkant een goede analyse doen, zodat je plan beter wordt, daar gaat het om. Ingewikkelder is het eigenlijk niet.’

Inmiddels zijn in Noord-Nederland zo’n 15 projecten geïdentificeerd die mogelijk geschikt zijn om deze route te doorlopen. Bio-Port gaat medio 2019 officieel van start.

De tekst is afkomstig van: www.agro-chemie.nl
Door: Pierre Gielen

Aandachtsgebieden

Life Cooperative