Bijeenkomst Zorg voor Basisvaardigheden - in gesprek met het werkveld

zondag 13 december 2020

  • HANNN

De eerste bijeenkomst van het programma 'Zorg voor Basisvaardigheden' met zorgprofessionals gaf al mooie inzichten en maakte de wensen en behoeften rondom laaggeletterdheid nog duidelijker. Gezamenlijk werd geconcludeerd dat er nog veel winst te behalen is op het gebied van bewustwording bij zorgprofessionals, de urgentie van de problematiek, de signalering van laaggeletterdheid, de kwaliteit van gesprekken en het kunnen doorverwijzen.

Deze informatie en wensen namen we mee in onze tweede bijeenkomst waarbij we met de mensen uit het werkveld om de (digitale) tafel gingen. Samen met Taalhuizen, Bibliotheken, st. ABC en st. Lezen & Schrijven gingen we verder uitdiepen wat er nog nodig is en wat we binnen het programma Zorg voor Basisvaardigheden voor en met elkaar kunnen doen.

Bestaand aanbod

Het afgelopen jaar is er naast een behoeftepeiling ook onderzoek gedaan naar het reeds bestaande aanbod van informatie en trainingen voor zorgprofessionals over het herkennen van laaggeletterdheid, begrijpelijk communiceren en het toeleiden van laaggeletterden naar taaleducatie.
Het aanbod blijkt grotendeels dekkend, maar bij veel zorgprofessionals onbekend.

Zorg voor Basisvaardigheden ziet voor zichzelf een rol om vraag en aanbod beter bij elkaar te brengen en trekt daarin op met diverse partners zoals de organisaties die tijdens de bijeenkomsten aanwezig zijn.

Er lijken nog enkele hiaten te zijn in het aanbod, weergegeven in onderstaande tabel. Deze aspecten krijgen extra aandacht binnen het programma en waar nodig wordt er gekeken of hier mogelijk aanbod voor ontwikkeld kan worden.

In gesprek met het werkveld

In het gesprek met de deelnemers over wat er nodig is, kwamen een aantal aandachtspunten en aanbevelingen naar voren: 

  • Breng dit project meer onder de aandacht van gemeentes. Zorg voor inbedding in gemeentelijke, dan wel regioplannen. Het is belangrijk om ook daar haakjes aan te brengen, zodat de aanpakken elkaar versterken en lokale partijen elkaar als partner gaan zien bij de aanpak van laaggeletterdheid.
  • Maak onderscheid tussen strategisch en uitvoerend niveau. Er moet op strategisch niveau veel gebeuren, maar zorg ondertussen ook dat je aan de slag gaat. De doelgroep heeft niks aan plannen zonder praktijk.
  • Mogelijk moeten zorgprofessionals nog meer het nut van werken aan basisvaardigheden gaan inzien. Er is een link te leggen met de gecombineerde leefstijlinterventie (GLI). Het project Voel je goed is ook een mooi initiatief voor de doelgroep.
  • Besteed meer aandacht aan de warme overdracht van een laaggeletterde cliënt, vanuit de spreekkamer naar taalhuis. Alleen vertellen dat de cliënt naar het taalhuis kan gaan is niet voldoende. Begeleiding bij de stap naar het taalhuis helpt, bijvoorbeeld door de praktijkondersteuner. Nog mooier is om de cliënt te koppelen aan een buddy, taalambassadeurs zouden daar een goede rol bij kunnen spelen. Aandacht voor deze warme overdracht komt nu niet voldoende naar voren in trainingen over toeleiding.
  • Boekblik wordt genoemd als mooi voorbeeld van een toolkit waarmee organisaties aan de slag kunnen om een taalvriendelijke organisatie te worden. Boekblik is gericht op bedrijven, maar geeft mogelijk inspiratie voor een variant voor zorgorganisaties   
  • Er zijn veel trainingen en velen zijn ook goed, maar het ontbreekt vaak aan een duurzame aanpak binnen een organisatie. Aan opvolging. Medewerkers alleen een training laten volgen is niet voldoende; er moet herhaling zijn en een vertaling naar de eigen praktijk. Denk aan het maken van een traject met verschillende stappen en trainingsmomenten binnen een bepaalde tijdsduur (bijvoorbeeld een jaartraject). Ook hier kunnen taalambassadeurs een verschil maken door bijvoorbeeld met testpanels feedback te geven op de communicatie van de eigen organisatie. Of door hun ervaringen binnen de zorg te delen.  

Vanuit alle deelnemers werd de wens uitgesproken om deze keten van samenwerking sterk te houden. We hebben allemaal onze eigen ingangen, kennis en netwerk. Laten we samen op blijven trekken waar nodig en mogelijk om elkaar te versterken bij vervolgstappen!

 
 

Aandachtsgebieden

Healthy Ageing Network